Wat grasduinen in mijn bakje in de keukenvensterbank leverde een stukje geelwortel (kurkuma) en wat knofjes en een serehstengel op, die hoognodig een nieuwe bestemming moesten krijgen. Het maken van een curry-paste is dan een goede oplossing, want dat kun je best lang bewaren, gekoeld voor een week of 2, bevroren zelfs een maand of 2. En eigenlijk is het maken easy de peasy. En het is toch echt lekkerder dan de kant en klare potjes van Patak of uit de toko…
Ik zoek wel een recept op, zodat ik niet al te veel uit de bocht vlieg met knoflook of chilipeper, maar ik ben te eigenwijs om me er aan te houden…. Dit keer gebruikte ik ‘Sauzen en smaakmakers’ als basis, een kookboek dat ik kreeg voor mijn verjaardag!
Hoe ga je te werk voor een gele currypaste?
- Eerst wat specerijen in een droge koekenpan geurig maken, dat duurt een kleine 2 minuten. Ik heb peper, komijnzaad, korianderzaad en stukjes kaneel gebruikt. Van ieder ongeveer een theelepel.
- De geroosterde specerijen in een keukenmachine doen. Aanvullen met een theelepel gerookt paprikapoeder, kerrie, verse kurkuma, laos en gember (ieder een halve duim), 2 rawits, 2 stengels sereh, 5 tenen knof, brokje trassi, sjalot/uitje, snufje zout, half glaasje neutrale olie.
- Mixen tot een mooie paste! Je moet wel een redelijk krachtige machine hebben!
De curry-paste in een fris potje doen (of in een ijskastbakje). Daarna te gebruiken bij allerlei lekkers uit India, meestal als basis van een curry. Wij eten deze week een curry met biefstuk en een bloemkoolsalade. Mmm!
CraCra 